windenergie: (elektrische) energie die door het gebruik van de wind wordt gewonnen.
waterkracht: (elektrische) energie die door het gebruik van water wordt gewonnen.
windmolen: technische constructie met wieken die door de kracht van de wind worden aangedreven. In traditionele windmolens drijven de in beweging gebrachte wieken een maalmechanisme aan dat bijvoorbeeld graan tot meel maalt.
watermolen: technische constructie met een waterrad dat door de kracht van stromend water wordt aangedreven. In traditionele watermolens drijft het in beweging gebrachte waterrad een maalmechanisme aan dat bijvoorbeeld graan tot meel maalt.
warmteproductie: als het koud is, kan je een kampvuur maken en je eraan warmen, want het verbranden van hout genereert warmte.
regeneratief (met betrekking tot energie en hulpbronnen): hernieuwbaar, herstellend, niet uitputtend
industrialisatie: proces waarbij de economische focus van een land verschuift van agrarische (landbouw) naar industriële productiemethoden. Dit betekent dat in een geïndustrialiseerd land een groot deel van de bevolking niet langer in de landbouw werkt, maar in fabrieken. Veel werkprocessen die vroeger met de hand werden gedaan, worden nu door machines uitgevoerd. In de geschiedenis verwijst ‘industrialisatie’ naar de periode vanaf de 18e eeuw toen de mechanisatie veel landbouwlanden veranderde in industrielanden.
honger naar energie: toenemende vraag naar en verbruik van energie, vooral in de vorm van elektrische energie (elektriciteit) en (fossiele) brandstoffen
fossiele brandstoffen: grondstoffen waarmee energie wordt geproduceerd, worden uit de grond gehaald en stammen uit het verre verleden van de aarde